2 doorbreek tips voor beginnende lopers

1. Never “all out”

Bij startende lopers leeft vaak het idee dat het bij elke loopsessie gaat over “all out.”

Als je telkens afgepeigerd je loopsessie beëindigd dan ben je opnieuw tè hard gegaan!

“All out” kan zinvol zijn bij bv. een maximale inspanningstest om hartslagzones te bepalen of na het einde van een trainingsopbouw.

Startende lopers moeten ook al vanaf het begin van de opbouw plezier ervaren. Je doet dit door te gaan luisteren naar de signalen van het lichaam en door voldoende rust op te nemen, tijdens de sessie. Lopen hoeft niet altijd lastig te zijn. Rustig loslopen is zelfs nodig voor herstel, en voor variatie.

2. Rechte rug

Iedereen die loopt is zich bewust van een gezonde levensstijl. Probeer een rechte rug die nodig is voor efficiënt lopen, tijdens professionele bezigheden. Bijvoorbeeld : tijdens het zitten aan je bureau, hou de rug ook goed rechtop. Ga goed rechtop staan; een beetje voorover hellen op de voorvoet. Steunen op de voorvoet.

3. Oefen neusademhaling

Ontwikkel en vergroot je ademcapaciteit door gebruik te maken van neusademhaling.

Bij neusademhaling stuur je de adem naar de buik daardoor komt je middenrif plat te liggen, en dan adem je verder door naar de borststreek, longen. Deze techniek vergroot je zuurstof opname, omdat de ruimte vergroot wordt. Buikademhaling zorgt ervoor dat het middenrif naar beneden wordt geduwd, waardoor de longen meer ruimte krijgen om zuurstof op te nemen.

Oefen de techniek neusademhaling eerst vanuit stilstand.

Werk naar de 1km challenge; kan je één kilometer lopen enkel via neusademhaling?

Welke van deze 3 tips is voor jou het meest waardevol?